Vleesetende planten

Cephalotus follicularis (Australische bekerplant)

Missing alt text...

Algemeen

Cephalotus follicularis, in het Nederlands vaak Australische bekerplant genoemd, is een unieke vleesetende plant afkomstig uit het zuidwesten van Australië. Deze soort behoort tot de familie Cephalotaceae, een familie waar Cephalotus het enige geslacht van is. De plant wordt gewaardeerd om haar compacte groei, bijzondere bekers en relatief gemakkelijke verzorging voor een vleeseter. Cephalotus staat onder liefhebbers bekend om haar hoge sierwaarde en interessante vangenstechniek.


Uiterlijke kenmerken

Het opvallendste kenmerk zijn uiteraard de kleine, kruikvormige vangbekers. Deze bekers staan dicht bij de grond en zijn diepgroen van kleur, vaak met een rode tot paarse blos aan de randen. Ze worden maximaal zo’n 5 cm hoog. Elke beker heeft een opvallende, getande “deksel”, die afhangt maar niet helemaal afdekt, en ervoor zorgt dat teveel regenwater niet in de val terechtkomt.

Naast de bekers vormt de plant ook gewone, niet-vleesetende bladeren. Deze zijn langwerpig, lepelvormig, glanzend, en functioneren primair voor fotosynthese. Tijdens verschillende groeistadia is de verhouding tussen bladvorm en vangbekers sterk afhankelijk van het seizoen en omgevingsfactoren.


Levenswijze

De plant vangt kleine insecten zoals mieren, muggen en kleine vliegen met haar vangbekers. Slachtoffers worden naar binnen gelokt doordat de rand van de beker nectar afscheidt, waardoor de insecten naar boven klimmen. Eenmaal boven verliezen ze de grip door het gladde oppervlak en vallen in het verteringsvocht onderin de beker. Hier worden ze langzaam afgebroken waarna de voedingsstoffen opgenomen worden door de plant.

Zowel vegetatieve groei als voortplanting vindt hoofdzakelijk plaats via uitlopers of scheuren van wortelstokken. Bloei ziet men vooral bij iets oudere exemplaren, met lange, dunne bloemstengels met onopvallende witte bloemetjes.


Habitat en bescherming

Deze plant komt van nature voor in een klein gebied in het zuidwesten van Australië. Ze groeit daar in zandige, moerasachtige gronden, vaak in de nabijheid van andere vleeseters zoals de Alice's zonnedauw of verschillende soorten waterplanten. De omgeving wordt gekenmerkt door een gematigd klimaat met koele, natte winters en droge, warme zomers.

In de natuur wordt deze soort bedreigd door habitatverlies door landbouw, boskap en vernatting of uitdroging van leefgebieden. Dat maakt haar in het wild kwetsbaar, en bescherming is dus belangrijk. In cultuur wordt de plant gelukkig regelmatig vermeerderd, waardoor er minder druk op de wilde populaties ontstaat.


Cultivatie

In cultuur wordt deze plant vaak vermeerderd door deling, uit zaad of soms door weefselkweek. Stekken kan succesvol zijn mits men gezonde, stevige wortelstukken gebruikt. De groei is traag: het duurt vaak een paar jaar voor een jong plantje volwassen bekers produceert. Zaden zijn vaak lastig te kiemen en vragen om een koude stratificatie, vergelijkbaar met wat de plant in haar natuurlijke habitat in de winter ervaart.

Doordat de soort het goed doet op de vensterbank (mits aan de juiste eisen voldaan wordt), is ze geliefd bij zowel beginnende als gevorderde vleesetersliefhebbers.


Bijzonderheden

Wat deze soort extra bijzonder maakt, is dat het een van de weinige vleesetende planten is met zulke duidelijk morfologisch verschillende bladvormen (de gewone bladeren en de vangbekers). Ook het feit dat de bekers worden gevormd door bladtransformatie, niet door speciale vangorganen, is bijzonder.

Daarnaast staat deze plant bekend om haar extreme aanpassing aan voedselarme, moerassige gronden. De vangbekers lijken qua vorm een beetje op die van de karnivoren in de Nieuwe- en Oude Wereld zoals Nepenthes en Sarracenia, maar zijn evolutionair onafhankelijk ontstaan (convergente evolutie).


Verzorging

Licht

Deze plant houdt van veel licht, liefst 10 tot 12 uur per dag. Helder, gefilterd zonlicht is ideaal. In de ochtend kan gerust direct zonlicht worden gegeven, vooral in de winter. In de zomer is het verstandig om waar nodig iets te beschaduwen.

Temperatuur

Overdag houdt de plant van temperaturen tussen de 20°C en 28°C, met 's nachts een daling tot 10-15°C. In de winter mag de temperatuur zelfs nog wat lager, zolang er geen sprake is van vorst.

Water

Gebruik uitsluitend zacht regen- of gedemineraliseerd water. De grond mag altijd licht vochtig zijn, maar nooit doorweekt. Geef bij voorkeur vanonderen (via een schoteltje), zodat de bekers niet vollopen met water.

Grond

De ideale grond is een mengsel van witte veenmos-turf en grof zand of perliet (ongeveer 2:1). Gebruik absoluut geen reguliere potgrond of meststoffen.

Voeding

Meststoffen zijn slecht voor deze soort. Moeilijk verkrijgen insecten hoeft niet: de plant vangt voldoende met wat er in huis of tuin zit. Bij gebrek aan insecten kan soms met een pincet een klein beestje worden gevoerd.

Luchtvochtigheid

Een luchtvochtigheid van 50-70% vindt de plant prettig, maar met wat aanpassing kan lager ook. Sproeien is niet noodzakelijk en soms zelfs schadelijk als het water in de bekers terechtkomt.

Rustperiode

Tijdens de winter groeit de plant vrijwel niet. Houd haar koel (10-12°C) en wees zuiniger met water. Licht mag blijven, maar laat haar gerust even “rusten”.


Veelvoorkomende problemen

Bladeren verkleuren of verbranden

Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.

Bruine bladranden

Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.

Bekers drogen plotseling uit

Oorzaak: Te droge lucht, plotselinge temperatuurschommelingen, te weinig water of tocht.
Oplossing: Zorg voor stabiele temperaturen, voldoende luchtvochtigheid en voorkom dat de grond uitdroogt. Zet niet direct naast een verwarming of op de tocht.

Bekers rotten aan de basis

Oorzaak: Te natte grond, onvoldoende drainage, kou in combinatie met natheid.
Oplossing: Geef minder water, gebruik luchtige, goed drainerende grond en voorkom stagnerend water in de winter.

Plant maakt alleen nog gewone bladeren

Oorzaak: Te weinig licht of teveel voeding.
Oplossing: Zet de plant op een lichtere plek, gebruik geen kunstmest.


Missing alt text...

© 2025 Noorden.com. All rights reserved, unless otherwise stated.

Aantal planten in database: 23

Made with Baserow