Drosera aliciae, in het Nederlands bekend als Alice's zonnedauw, is een compacte vleesetende plant die veel voorkomt in carnivorenverzamelingen. Deze zonnedauw is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Afrika en staat bekend om haar elegante uiterlijk en gemakkelijke verzorging. Als actieve val gebruikt ze kleverige druppels op haar bladeren om insecten te vangen en te verteren. Dit geeft haar niet alleen voedingsstoffen, maar maakt haar ook bijzonder publieksvriendelijk: deze soort is ideaal voor beginners onder de vleesetende planten.
Een van de grootste charmes van deze plant is haar rozetvorm, die een diameter van zo'n 5 tot 8 centimeter kan bereiken. De bladeren zijn langwerpig tot spateltje-vormig en dicht bezet met glinsterende klierhaartjes, waaraan aan het uiteinde heldere druppels als dauw lijken te liggen. In goed licht kleuren de bladeren prachtig rood tot dieproze, een teken van sterke gezondheid. De plant bloeit met elegante, paarsroze bloemen op lange, dunne stengels, die vaak boven het bladoppervlak uitsteken zonder de vangfunctie te belemmeren.
Deze zonnedauw gebruikt haar kleverige druppels, die uit kliercellen aan het einde van het blad worden uitgescheiden, als valstrik. Zodra een prooi—meestal kleine insecten—op het blad landt, blijft hij plakken. Vervolgens buigt het blad zich langzaam om het slachtoffer heen, zodat spijsverteringsenzymen worden afgescheiden en het insect wordt afgebroken tot opneembare voedingsstoffen. Dit proces neemt doorgaans enkele uren tot een dag in beslag, afhankelijk van de grootte van het insect.
In het wild groeit deze plant op zonnige, vochtige plekken in armzure zand- en veengrond, vaak in de fynbos-vegetatie van de Zuid-Afrikaanse Kaapprovincie. Door haar specifieke eisen aan zowel licht als vocht komt zij slechts in bepaalde niches voor. In haar natuurlijke omgeving wordt ze, net als veel vleesetende planten, bedreigd door habitatverlies, overbegrazing en ontwatering. Gelukkig is ze door vermeerdering in cultuur wereldwijd beschikbaar, waardoor de wilde populaties minder onder druk staan.
Dankzij haar robuustheid en aanpassingsvermogen is deze zonnedauw een geliefde keuze in de hobby. Ze zaait zichzelf gemakkelijk uit en vormt vaak meerdere rozetten uit één plant. Zo kunnen binnen korte tijd aantrekkelijke groepen ontstaan. Zaadkieming is vlot, mits licht aanwezig is en de temperatuur rond kamertemperatuur ligt. Door haar zelfbestuivende aard worden bloemen ook binnenshuis gemakkelijk gevolgd door zaad.
Wat deze plant echt bijzonder maakt, is haar felle rode kleur bij voldoende licht, wat niet alleen decoratief is, maar ook insecten aantrekt. Daarnaast heeft zij een snelle regeneratiecapaciteit: zelfs uitgeputte planten kunnen vaak weer tot leven komen bij de juiste verzorging. Haar bloemen produceren doorgaans levensvatbaar zaad zonder handmatige bestuiving, waardoor zelfs beginnende kwekers eenvoudig aan zaailingen kunnen komen.
Alice's zonnedauw houdt van veel licht. Een plek direct achter een raam op het zuiden is ideaal, zolang ze maar geleidelijk gewend raakt aan fel (zon)licht om bladverbranding te voorkomen. Kunstlicht in de vorm van groeilampen werkt ook prima (minimaal 10-12 uur per dag).
Overdag voelt ze zich het beste bij temperaturen tussen de 18 en 28°C. 's Nachts mag het koeler zijn, maar laat de temperatuur liever niet onder de 8°C zakken.
Gebruik uitsluitend regenwater of gedemineraliseerd water. Houd de grond altijd vochtig, het liefst via de schotelmethode: zet de pot in een schaaltje en vul deze regelmatig bij. Laat de grond niet uitdrogen!
Een luchtig, arm mengsel van circa twee delen witveen en één deel grof zand is ideaal. Gebruik vooral geen gewone potgrond of meststoffen.
Voeding haalt zij vooral uit gevangen insecten. Eventueel kun je haar bijvoeren met kleine dode fruitvliegjes of bloedmeelwormen, maar nooit kunstmest! Overvoeren is niet nodig: een paar prooien per maand volstaat.
Deze soort tolereert een breed bereik, idealiter tussen 40 en 80%. Bij een lagere luchtvochtigheid kunnen de glinsterende druppels wat afnemen, maar de plant overleeft dit doorgaans prima.
Een echte winterrust is niet vereist, maar bij lagere lichtintensiteit of temperaturen kan de groei stagneren. Houd haar in dat geval gewoon iets koeler en minder nat—de plant zal in het voorjaar vanzelf weer verder groeien.
Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.
Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.
Oorzaak: Te lage luchtvochtigheid of te weinig licht.
Oplossing: Verhoog de luchtvochtigheid of verbeter de lichtsituatie, bijvoorbeeld met een groeilamp.
Oorzaak: Te natte grond zonder goede drainage of te oude, compacte aarde.
Oplossing: Verpot de plant in fris, luchtig veensubstraat en let op overtollig water.
© 2025 Noorden.com. All rights reserved, unless otherwise stated.
Aantal planten in database: 23