Algemeen

Drosera gigantea is zonder twijfel één van de meest indrukwekkende zonnedauwsoorten ter wereld. Deze vleesetende plant komt oorspronkelijk uit het zuidwesten van Australië en onderscheidt zich door zijn reusachtige formaat, soms tot wel twee meter hoog! In tegenstelling tot veel andere Drosera’s groeit deze soort meer als een kleine struik of boom en heeft hij een unieke levenscyclus. Dankzij zijn spectaculaire verschijning en interessante vangmechanisme is het een favoriet onder verzamelaars van bijzondere carnivoren.

---

Uiterlijke kenmerken

De bladeren van deze plant lijken bijna op kleine sparrentakjes vol met tientallen kleverige tentakels die glinsteren in het zonlicht. Naarmate de plant ouder wordt, ontwikkelt zich een rechtopstaande, stevige stengel die bij oudere exemplaren verhout. De bladeren staan trosvormig aan de zijtakjes, waarbij iedere bladsteel bezet is met talrijke klierharen. Bloemen zijn klein, wit tot lichtroze, meestal in een luchtige tros bovenin de plant. Het meest kenmerkende blijft toch de lengte, waardoor hij tussen andere zonnedauwsoorten letterlijk met kop en schouders uitsteekt.

---

Levenswijze

Dit is een seizoensgebonden groeier: tijdens natte Australische winters barst hij los met uitbundige groei, terwijl tijdens de hete droge zomers alles teruggetrokken wordt in een dikke wortelknol onder de grond. De vangbladeren dienen om kleine insecten te lokken en te vangen, waarna voedingsstoffen worden opgenomen door de bladklierharen. Het hele proces ondersteunt de snelle groei gedurende het relatief korte groeiseizoen.

---

Habitat en bescherming

In het wild groeit deze plant in zogeheten kwelgebieden, beekoevers en natte zandgronden, meestal op lichte tot zonnige plekken die 's zomers uitdrogen. Door toenemende landontginning, drainage en habitatverlies is zijn verspreiding sterk afgenomen en staat hij lokaal onder druk. Gelukkig worden sommige populaties beschermd in natuurreservaten, maar wildplukken is echt uit den boze.

---

Cultivatie

Het zelf kweken van deze soort vergt geduld en handigheid. Zaaien kan, maar vereist koude stratificatie om de rustperiode van de zaden te imiteren. Vegetatieve vermeerdering kan soms via wortelknollen. De plant houdt van een vrij diepe, luchtige pot en heeft een duidelijke rustperiode nodig in het kweekregime. Doordat hij ondergronds een dikke knol ontwikkelt, is verstoring van de wortels funest.

---

Bijzonderheden

Bijzonder is vooral zijn formaat; maar ook het levenscycluspatroon—bovengrondse delen sterven volledig af in de zomer om het volgende seizoen uit de knol weer tevoorschijn te komen. Dit maakt het een erg fascinerende plant voor de vleesetende-plantenliefhebber die graag iets speciaals in de collectie heeft. Uiteraard zijn de betoverende kleverige tentakels een lust voor het oog en een effectief vangmiddel voor insecten.

---

Verzorging

Licht

Deze soort vraagt om veel licht, bij voorkeur volle zon of sterk gefilterd licht. Een zonnige vensterbank of koele kas is ideaal.

Temperatuur

Gedijt rond 15–22°C tijdens de groei, kan lagere temperaturen aan zolang de knol in rust is. Tijdens de zomerrust mag het warmer zijn, zolang het substraat niet nat blijft.

Water

Tijdens de groeiperiode veel water geven via de onderschotel en de grond steeds vochtig houden, maar absoluut voorkomen dat het water stilstaat bij de wortels. Tijdens de rustperiode extreem spaarzaam water geven zodat de knol niet uitdroogt, maar ook niet wegrot.

Grond

Gebruik een mix van grof wit zand en een beetje veenmos of turf, altijd zonder voedingsstoffen en kalk.

Voeding

Voeden mag uitsluitend met insecten; nooit kunstmest gebruiken, want dan raakt de wortelknol beschadigd.

Luchtvochtigheid

Middelhoog tot hoog is ideaal (rond de 50–80%), vaak is gewone kamerlucht al voldoende, zolang er maar voldoende licht en luchtbeweging is.

Rustperiode

Zorg na het afsterven van het loof voor een uitgesproken droge, warme rustperiode van enkele maanden. In deze tijd mag er nauwelijks water gegeven worden; de knol blijft zo rusten tot de herfst.

---

Veelvoorkomende problemen

Bladeren verkleuren of verbranden

Oorzaak: Te veel direct zonlicht zonder geleidelijke gewenning.
Oplossing: Laat de plant langzaam wennen aan feller licht door haar geleidelijk langer bloot te stellen aan direct zonlicht.

Bruine bladranden

Oorzaak: Te hard leidingwater of te hoge meststofconcentraties.
Oplossing: Gebruik alleen zacht (regen/gedemineraliseerd) water en geef geen kunstmest.

Geen groei in het groeiseizoen

Oorzaak: Wortelknol is verloren gegaan door natte omstandigheden tijdens rustperiode.
Oplossing: Zorg dat de rustknol in droge en goed doorluchte grond zit; voorkom watergeven in de zomer.

Plotseling afsterven van het blad

Oorzaak: Te veel water rond de wortelknol buiten het groeiseizoen.
Oplossing: Tijdens de zomerrust de grond vrijwel droog laten en alleen bij extreme uitdroging een klein beetje water geven.

Vreemde schimmel- of rotplekken

Oorzaak: Slecht doorlatend substraat of te natte omstandigheden.
Oplossing: Pot altijd in een diep, goed drainerend mengsel en houd het waterregime strak in de gaten.

---